De opgave is groot, maar Nederland heeft veel kennis en ervaring met het aanpassen aan veranderende omstandigheden. Om gericht te werken aan de doelen voor natuur, water en klimaat pakt de overheid de doelen in samenhang op en kijkt hoe slim om te gaan met de beperkte ruimte. Daarbij is aandacht voor de verschillen tussen gebieden en de leefbaarheid. De overheid kijkt daarom samen met lokale partners wat er per gebied nodig is voor een toekomstbestendig levend landschap met sterke natuur, schoon water en een schone lucht.
Draagkracht water en bodem staan centraal
Elk gebied is anders. De kwaliteit van natuur, water en bodem is nergens hetzelfde. Daarom verschilt de opgave per gebied. De aanpak moet passen bij de eigenschappen van het gebied. En inspelen op wat water, bodem en natuur aan kunnen. Dat betekent onder andere dat water en bodem de sturende principes zijn bij de keuzes voor de inrichting van ons land. Per gebied bekijken provincie en lokale partners daarom wat nodig is voor een gezond en sterk landelijk gebied.
Landelijke en lokale maatregelen
Naast een aanpak per gebied, neemt het Rijk ook landelijke maatregelen om de uitstoot van stikstof- en broeikasgassen terug te dringen. En maatregelen om de natuur te herstellen, zoals de aanleg van natuurlijkvriendelijke oevers. Juist de combinatie van landelijke en lokale maatregelen versterken elkaar bij het halen van de doelen van natuur, water en klimaat.
Om goed zicht te hebben op de voortgang van de uitvoering en of de doelen worden bereikt, vindt er monitoring plaats. Er wordt zowel op nationaal als op lokaal niveau bijgehouden waar we staan. Onafhankelijke instituten helpen om aan te geven hoe het komt dat doelen wél of juist niet behaald worden. Waar nodig kan op basis van deze inzichten bijsturing plaatsvinden om gericht te werken aan natuurherstel, waterkwaliteit en een schone lucht.
Bijdrage van alle sectoren
Doel van de aanpak is om te werken aan een toekomstbestendig, gezond en levend landschap. Alle sectoren dragen hier aan bij. Er worden maatregelen genomen in onder meer de landbouw, industrie en mobiliteit. Dit zijn maatregelen op het gebied van bijvoorbeeld stikstofreductie, het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en verbetering van luchtkwaliteit.