Handreiking ander gebruik bedrijfslocatie door deelnemers beëindigingsregelingen
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de provincies, gemeenten en omgevingsdiensten hebben gezamenlijk een handreiking opgesteld voor de overheid om handelingsperspectief te kunnen bieden aan deelnemers aan de landelijke beëindigingsregelingen: Lbv, Lbv-plus en Lbv kleinere sectoren. Voor veehouders die na het beëindigen van hun veehouderij op die locatie een andere activiteit willen gaan uitvoeren, biedt deze handreiking aan de provincie een houvast voor de beoordeling of toestemming die kan worden verleend voor de nieuwe activiteit. Dit onder de voorwaarde dat deze maximaal 15% van de stikstofruimte uit de huidige vergunning of toestemming betreft. In geval de provincie toestemming verleent (en als ook de gemeente instemt met de nieuwe activiteit) kunnen deelnemers na beëindiging van de veehouderij nieuwe activiteiten realiseren op hun locatie.
Voor wie?
Alle deelnemers aan de Lbv, Lbv-plus, Lbv kleinere sectoren die hun veehouderijactiviteiten beëindigen en een nieuwe activiteit op dezelfde locatie willen starten.
Wat is het probleem?
Door de uitspraak van de Raad van State van 18 december 2024 is intern salderen alleen toegestaan als wordt voldaan aan het ‘additionaliteitsvereiste’. Dat betekent dat bij het inzetten van de stikstofruimte van de veehouderij voor een nieuwe activiteit, er moet worden aangetoond dat de stikstofruimte niet in zijn geheel nodig is voor natuurherstel. Hierdoor wordt het moeilijker om een natuurvergunning te krijgen voor een nieuwe activiteit (zoals het beginnen van een camping of het bouwen van woningen) die stikstofneerslag veroorzaakt in overbelaste Natura 2000-gebieden.
Bedoeling
De veehouders die deelnemen aan de Lbv-regelingen zetten een grote stap. Met de beëindiging van hun veehouderijlocatie zorgen zij voor een forse vermindering van de stikstofneerslag. Het was en is de bedoeling dat ondernemers die vrijwillig stoppen, op de locatie een nieuwe activiteit kunnen gaan verrichten. Ook al maakt de nieuwe situatie rond intern salderen dit lastiger.
Handreiking
De handreiking helpt de provincie bij de onderbouwing van toestemmingverlening voor de nieuwe activiteit. Dit is uiteraard alleen van belang als een veehouder een nieuwe activiteit op de locatie wilt starten. De uitspraak van de Raad van State heeft geen gevolgen als na het beëindigen van de veehouderij geen andere activiteit wordt gestart. Dan kan een volledige intrekking van de vergunning of toestemming worden aangevraagd via het bevoegd gezag.
Elk bedrijf is anders
Deze handreiking biedt een redeneerlijn voor het bevoegd gezag om een nieuwe activiteit toe te kunnen staan. Maar elke aanvraag is anders en elk bedrijf ligt ook op een andere locatie. Dat vraagt om maatwerk van provincies en gemeenten. Als bevoegd gezag hebben zij een zelfstandige verantwoordelijkheid hier in.
Geen toestemming
Wanneer een veehouder in zijn specifieke situatie geen toestemming krijgt voor een nieuwe activiteit dan is de voorwaarde voor de subsidieverstrekking dat de bestaande vergunning(en) wordt ingetrokken.
Contact met gemeente en provincie
Veehouders die een nieuwe activiteit beogen doen er goed aan contact op te nemen met de provincie en de gemeente om in gesprek te gaan over de mogelijkheden voor toestemmingsverlening. Een zaakbegeleider kan de veehouder daarbij ondersteunen. Wie nog geen zaakbegeleider heeft, kan hier een aanvraag doen: Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider | RVO.nl