Regionale meetinitiatieven

Alle provincies werken mee aan het verminderen van stikstofneerslag in Nederland en het herstellen van de natuur. Dit programmaonderdeel bekijkt de mogelijkheden om fijnmaziger te meten in specifieke gebieden. Op deze manier verwacht de overheid een beter beeld te krijgen van hoeveel ammoniak er ontstaat bij agrarische activiteiten in een regio. Ook is er dan beter zicht in welke mate de ammoniak neerslaat in regionale natuurgebieden.

Meer meetpunten kunnen helpen bij het nog nauwkeuriger vaststellen van lokale stikstofconcentraties en de hoeveelheid stikstofneerslag in natuur. Met deze informatie kunnen provincies maatregelen nog gerichter inzetten. Ook voor het monitoren van de stikstofreductie en het doen van studies naar verschillende scenario’s kan het uitbreiden van het aantal meetpunten helpen. De borging van kwaliteit en betrouwbaarheid van zulke metingen is hierbij belangrijk.

Coördinatie

Regionale meetinitiatieven in de buitenlucht bieden veel mogelijkheden. De verwachting is dat het samenvoegen van regionale data een nauwkeuriger beeld kan geven van de stikstofneerslag en – uitstoot in Nederland. Hierbij is het wel belangrijk dat regionale data gedeeld en vergeleken kunnen worden. Daarom is in dit programmaonderdeel aandacht voor onder meer kwaliteitsverbetering van regionale metingen, bijvoorbeeld door kennisdeling. Ook werkt het programma aan het op elkaar afstemmen van de meetmethodes en het verbeteren van de uitwisselbaarheid van de meetresultaten. Hiervoor werkt dit programmaonderdeel samen met regionale overheden en kennispartijen. Uitgangspunt is om bestaande meetinitiatieven optimaal te ondersteunen om hiermee de uitstoot en neerslag van ammoniak nog nauwkeuriger te meten.

Wat levert het op?

Nauwkeuriger en lokaal inzicht in stikstofconcentraties. Deze informatie helpt provincies om gericht en lokaal maatregelen in te zetten. Ook voor het volgen van de hoeveel stikstofreductie door de tijd heen, helpt een groot meetnetwerk.

Wat is de stand van zaken?

Momenteel vinden gesprekken plaats met bestaande initiatieven en geïnteresseerden om te onderzoeken hoe een netwerk van regionale initiatieven kan worden ingezet en welke taken bij dit netwerk kan horen.