Begrippenlijst
Wilt u meer weten over een bepaald begrip? Onderstaand vindt u een begrippenlijst met een korte toelichting.
Begrip | Toelichting |
Aanpak piekbelasting |
Met de landelijke aanpak piekbelasting wil het kabinet de stikstofneerslag in de kwetsbare natuurgebieden snel terugdringen. De aanpak is vrijwillig en richt zich op ongeveer 3000 bedrijven die de meeste stikstofneerslag veroorzaken op overbelaste stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Dit zijn veelal agrarische bedrijven en enkele industriële bedrijven. Deze bedrijven hebben verschillende mogelijkheden om de stikstofneerslag te verminderen. Agrarisch ondernemers kunnen bijvoorbeeld kiezen voor extensiveren, omschakelen, innoveren, verplaatsen of stoppen. De ondernemer maakt zelf een keuze en kan hierbij gebruik maken van ondersteunende regelingen en extra begeleiding van een zaakbegeleider. Aanpak piekbelasting | Aanpak Stikstof |
Additionaliteit |
Het additionaliteitsvereiste geldt voor gevallen dat er een vergelijking wordt gemaakt tussen de stikstofruimte van wat eerder is toegestaan en de ruimte die in de nieuwe situatie wordt ingezet. Juridisch noemen we dit zogeheten mitigerende maatregelen. Dit zijn maatregelen die worden ingezet om mogelijke negatieve effecten van een nieuw of gewijzigd project op omliggende Natura 2000-gebieden te voorkomen (mitigeren). Veel mitigerende maatregelen kunnen naar hun aard ook worden ingezet als natuurmaatregelen (instandhoudings- en passende maatregelen). In die gevallen geldt het additionaliteitsvereiste. In de kern houdt het additionaliteitsvereiste in dat vóórdat toestemming kan worden gegeven voor een nieuwe of gewijzigde activiteit die stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden veroorzaakt, eerst moet worden onderbouwd dat er voldoende natuurmaatregelen zijn (of op korte termijn worden) getroffen om de natuurdoelen in die Natura 2000-gebieden te halen. Dat kunnen zowel natuurherstellende maatregelen in het gebied zelf als stikstofreducerende maatregelen zijn. Bron: https://www.bij12.nl/onderwerp/stikstof/passende-beoordeling/additionaliteit/ |
Achtergronddepositie | De totale stikstofneerslag van alle stikstofbronnen in Nederland en het buitenland. |
AERIUS |
AERIUS is het instrument waarmee neerslag (depositie) van stikstof op Natura 2000-gebieden binnen Nederland wordt berekend, gemonitord en geregistreerd. AERIUS bestaat uit meerdere producten, elk gericht op een specifieke gebruikerstaak.
|
Bevoegd gezag |
Het bevoegd gezag is de instantie die de vergunningaanvraag beoordeelt en een beschikking afgeeft. |
Biodiversiteit | Biodiversiteit is ook wel de soortenrijkdom van alles wat leeft op aarde. Het is de totale verscheidenheid van alle soorten dieren, planten, schimmels en micro-organismes op aarde. |
Extern salderen |
Er mag in de passende beoordeling extern gesaldeerd worden. Om te beoordelen hoeveel stikstof mag worden weggestreept, is inzicht nodig in wat op basis van de oude natuurvergunning of milieutoestemming van de saldogever was toegestaan. Dat wordt de referentiesituatie genoemd. Daarvoor geldt het volgende. Wat er op grond van een natuurvergunning aanwezig is of had mogen zijn, is de referentiesituatie. Soms is er geen natuurvergunning, maar wel een toestemming op grond van milieuregels. Ook daaraan kan een referentiesituatie worden ontleend, maar daarvoor geldt dat dan alleen mag worden uitgegaan van de gevolgen van activiteiten die zijn vergund én feitelijk aanwezig zijn. Structureel onbenutte ruimte in een milieutoestemming maakt geen deel meer uit van de referentiesituatie. Dit betekent dat de mogelijkheden voor extern salderen met een milieutoestemming beperkter zijn dan voorheen. Bron: https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/december/rechtspraak-over-intern-salderen-wijzigt/ |
Gunstige staat van instandhouding |
De staat van instandhouding van een soort of habitat geeft aan of er sprake is van een ‘gezonde’ situatie (gunstige staat van instandhouding). |
Habitat | Een habitattype of natuurlijk leefgebied van een plant- of diersoort. |
Habitattype |
Ecosysteemtype op het land of water met specifieke geografische, abiotische (niet levende) en biotische (levende) kenmerken. Habitattypen | natura 2000 |
Hexagoon | Alle Natura 2000-gebieden zijn ingedeeld in zeshoeken met een oppervlakte van 1 hectare. De stikstofdepositie wordt per hexagoon bepaald. |
Gevolgen voor bedrijven die in de afgelopen vijf jaar intern hebben gesaldeerd | De uitspraak heeft ook gevolgen voor bedrijven die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 intern hebben gesaldeerd en waarvoor op grond van het oude beoordelingskader over intern salderen geen natuurvergunning nodig was. Hun activiteiten zijn onder het nieuwe beoordelingskader mogelijk wel vergunningplichtig. Uit het oogpunt van rechtszekerheid ziet de Afdeling bestuursrechtspraak aanleiding om voor activiteiten die fysiek zijn gestart tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 een overgangsperiode te hanteren tot 1 januari 2030. Gedurende vijf jaar kunnen provincies niet handhaven tegen het voortzetten van deze activiteiten zonder natuurvergunning. Deze periode kan het bedrijf gebruiken om te bepalen of voor het voortzetten van de activiteit een natuurvergunning nodig is, of de activiteiten aanpassen. Dit betekent overigens niet dat provincies tot 2030 helemaal niet kunnen handhaven. Zij kunnen bijvoorbeeld maatwerkvoorschriften stellen als dat nodig is om te voorkomen dat een Natura 2000-gebied verslechtert. |
Instandhoudingsdoelstellingen |
Dit zijn de doelen voor de Natura 2000-gebieden, zoals uitbreiding of kwaliteitsverbetering van habitattypen of leefgebieden van soorten. |
Intern salderen |
Er mag in de passende beoordeling intern gesaldeerd worden. Om te beoordelen hoeveel stikstof mag worden weggestreept, is inzicht nodig in wat op basis van de oude natuurvergunning of milieutoestemming was toegestaan. Dat wordt de referentiesituatie genoemd. Daarvoor geldt het volgende. Wat er op grond van een natuurvergunning aanwezig is of had mogen zijn, is de referentiesituatie. Soms is er geen natuurvergunning, maar wel een toestemming op grond van milieuregels. Ook daaraan kan een referentiesituatie worden ontleend, maar daarvoor geldt dat dan alleen mag worden uitgegaan van de gevolgen van activiteiten die zijn vergund én feitelijk aanwezig zijn. Structureel onbenutte ruimte in een milieutoestemming maakt geen deel meer uit van de referentiesituatie. Dit betekent dat de mogelijkheden voor intern salderen met een milieutoestemming beperkter zijn dan voorheen. Dit werkt ook door als er extern gesaldeerd wordt met een milieutoestemming van een gestopt bedrijf. Bron: https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/december/rechtspraak-over-intern-salderen-wijzigt/ |
Kritische depositiewaarde (KDW) |
De KDW is de hoeveelheid stikstof waarboven verslechtering van de kwaliteit van de natuur niet op voorhand is uit te sluiten. De KDW is daarmee de grens waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van habitattypen en leefgebieden van dieren of planten achteruitgaat door stikstofneerslag. Voor elk type natuur is wetenschappelijk bepaald wat de KDW is: hoe stikstofgevoeliger de natuur, hoe lager de waarde. |
Latente ruimte |
De ongebruikte ruimte ten opzichte van de referentiesituatie die niet direct samenhangt met de bedrijfsvoering. Wat er op grond van een natuurvergunning aanwezig is of had mogen zijn, is de referentiesituatie. Soms is er geen natuurvergunning, maar wel een toestemming op grond van milieuregels. Ook daaraan kan een referentiesituatie worden ontleend, maar daarvoor geldt dat dan alleen mag worden uitgegaan van de gevolgen van activiteiten die zijn vergund én feitelijk aanwezig zijn. Structureel onbenutte ruimte in een milieutoestemming maakt geen deel meer uit van de referentiesituatie. Dit betekent dat de mogelijkheden voor intern salderen met een milieutoestemming beperkter zijn dan voorheen. Dit werkt ook door als er extern gesaldeerd wordt met een milieutoestemming van een gestopt bedrijf. Bron: https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/december/rechtspraak-over-intern-salderen-wijzigt/ |
Mitigerende maatregelen |
Maatregelen om de stikstofuitstoot van een activiteit te mitigeren. Dit zijn maatregelen om de eventuele schadelijke gevolgen die rechtstreeks uit een plan of project voortvloeien weg te nemen of te verminderen. Dit met als doel dat het plan of project geen schade toebrengt op stikstofgevoelige natuur. |
Mol |
De scheikundige mol is een eenheid die staat voor het aantal deeltjes, dus het aantal moleculen of atomen. De hoeveelheid stikstof die neerslaat wordt vaak uitgedrukt in het aan mol per hectare per jaar (mol N/ha/jaar). |
Natuurdoelanalyse | Een natuurdoelanalyse beschrijft hoe het gaat met beschermde natuur in een Natura 2000-gebied, wat de verwachte effecten van geplande maatregelen zijn en in welke richting aanvullende maatregelen nodig zijn om de natuur weer gezond te maken. De analyses bevatten actuele, wetenschappelijke kennis over de staat van de natuur. Gebiedsgerichte aanpak | De stikstofaanpak | Aanpak Stikstof |
Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) | Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) brengt de doelen voor water, natuur, stikstof en klimaat samen en geeft de kaders voor een integrale aanpak per gebied. Uitgangspunt van het NPLG is een gezond en toekomstbestendig landelijk gebied. Landelijk gebied: aanpak stikstof, natuur, water en klimaat | Rijksoverheid.nl |
Stroomschema |
Bij dit nieuwsbericht zit een stroomschema (pdf, 86 kB) waarin het intern salderen in de nieuwe situatie schematisch is weergegeven. |
Programma stikstofreductie en natuurverbetering (PSN) |
Het programma geeft invulling aan de Wet stikstofreductie en natuurverbetering die sinds 1 juli 2021 in werking is. Deze wet schrijft een programma met maatregelen voor om de natuur te versterken en de stikstofneerslag te verminderen. |
Stikstofdepositie / Stikstofneerslag | Met stikstofdepositie of stikstofneerslag bedoelen we het neerslaan van ammoniak en stikstofoxiden. Deze vormen van stikstof komen in de lucht door diverse activiteiten. Zo wordt bij landbouw stikstof uitgestoten in de vorm van ammoniak: een kleurloos gas. Dit komt uit mest en kunstmest. Stikstof komt ook voor als stikstofoxide, een stof die wordt uitgestoten door bijvoorbeeld auto’s, schepen en industrieën. |
Stikstofemissie | Bij emissie gaat het om de uitstoot van stoffen, waardoor deze in de lucht terecht komen |
Stikstofdeken | Met deze term wordt het totaal aan stikstofneerslag bedoeld dat op of in de grond terecht is gekomen (ook wel achtergronddepositie genoemd). |
Stikstofbanken | Een natuurvergunning krijgen is lastig, omdat er in veel gebieden sprake is van overbelasting met stikstof. Om bepaalde ontwikkelingen op termijn toch doorgang te geven, zijn er verschillende stikstofbanken. In een stikstofbank wordt vrijgekomen stikstofruimte geregistreerd. Dit kan bijvoorbeeld ruimte zijn die ontstaat doordat een ondernemer stopt met een bedrijf. Een deel van de stikstofruimte wordt bewaard om op een later moment in te zetten als mitigerende maatregel bij vergunningverlening. Dit met als doel om op termijn natuurvergunningen te kunnen verlenen. Bijvoorbeeld voor projecten in het kader van de energietransitie en het legaliseren van PAS-meldingen. |
Toestemmingsverlening | In het stikstofdossier is de natuurvergunning de meest relevante toestemming. Een natuurvergunning kan nodig zijn als er iets verandert in een bedrijf dat kan zorgen voor extra stikstofneerslag. Er wordt bijvoorbeeld een nieuw project gestart of het bedrijf wordt uitgebreid. Hiervoor is toestemming nodig van de vergunningverlener, in veel gevallen de provincie. Naast stikstof kunnen er ook andere redenen zijn waarom een natuurvergunning nodig is. |
Verleasen | Verleasen is een vorm van extern salderen waarbij een bedrijf (saldo-gever) een deel van de stikstofruimte uit zijn vergunning tijdelijk niet gebruikt en beschikbaar stelt aan een ander (saldo-ontvanger). De tijdelijke stikstofruimte kan gebruikt worden voor activiteiten die tijdelijk stikstof veroorzaken. |
PPLG |
PPLG staat voor Provinciaal Programma Landelijk Gebied. Dit zijn provinciale gebiedsprogramma’s waar provincies in aangeven hoe zij werken aan de doelen voor natuur, stikstof, water en klimaat. |