De provincie Noord-Holland werkt samen met verschillende terreinbeheerders aan natuurherstel in de Noordhollandse duinen. In deze artikelserie leggen Peter de Waal Malefijt van de provincie en Martijn van Schaik van PWN uit hoe dat in zijn werk gaat én waarom het zo belangrijk is. In deel 3: welke dilemma’s komen er kijken bij natuurherstel en waarom zijn de maatregelen uiteindelijk voor iedereen belangrijk?
In Nederland zijn de provincies verantwoordelijk voor het beheer van de Natura 2000-gebieden: de natuurgebieden in de Europese Unie die vanwege hun bijzondere eigenschappen extra beschermd worden. Peter de Waal Malefijt is projectleider natuurontwikkeling bij de provincie Noord-Holland: “Per gebied maken wij als provincie een beheerplan met doelen en maatregelen. Samen met beheerders als PWN en Staatsbosbeheer bepalen we met welke herstelmaatregelen we het meeste effect kunnen bereiken en wegen we de verschillende belangen af.”
We zijn in Nederland trots op onze natuurgebieden en komen er graag om te genieten van de rust en de mooie natuur. Maar het gaat niet alleen om beleving, vertelt Peter. “Sterke, veerkrachtige natuur draagt ook bij aan oplossingen voor uitdagingen als klimaatverandering en volksgezondheid. Van ondergelopen kelders en paden bij veel regenval tot de snel afnemende biodiversiteit. En van steeds grotere vraag naar drinkwater tot hoge grondwaterstanden en de hele stikstofproblematiek. Er staat veel op het spel.”
De natuur vormt één systeem en als mens maken we daar onlosmakelijk onderdeel van uit, realiseert Peter zich. “Al het leven is met elkaar verbonden en heeft invloed op elkaar. Uiteindelijk gaat het om wat er op ons bord ligt én om onze gezondheid.”
Samenwerking is cruciaal
Dat alles in de natuur verbonden is, betekent ook dat natuurherstel alleen mogelijk is wanneer er goed wordt samengewerkt. Niet alleen tussen terreinbeheerders en tussen Rijk en provincies, maar bijvoorbeeld ook met gemeenten. “Gemeenten gebruiken bijvoorbeeld de rimpelroos als een makkelijke en kleurrijke groeier”, legt Peter uit. De rimpelroos komt oorspronkelijk niet in Nederland voor. “Het gevolg is dat de wind of vogels de zaden meenemen en de rimpelroos zich vestigt in het open zand en het natuurgebied helemaal dichtgroeit. Als provincie willen we bijdragen aan de bewustwording hierover. En ook breder in gesprek gaan met de samenleving voeren over natuur.“
Dat gesprek kan soms best lastig zijn. Het kappen van naaldbos is vanuit het oogpunt van natuur bijvoorbeeld belangrijk, maar kent ook felle tegenstanders. En ook het fietspad bij de Blijdensteinsweg leidt momenteel tot veel ophef. Dit fietspad volgt nu een prachtige route langs de open duinen, maar wordt sinds een paar jaar regelmatig bedolven onder het zand.
“Op dit moment vegen we het fietspad nog regelmatig schoon”, vertelt Peter. “Maar dit is geen structurele oplossing. Daarom willen we het pad graag verleggen. Dat veel mensen daar niet blij mee zijn, is op zichzelf begrijpelijk. Daarom zoeken we samen met de terreinbeheerders en de omgeving naar een goede oplossing.”
Trots op ons duinlandschap
Natuur en recreatie gaan vaak heel goed samen, maar staan soms dus ook op gespannen voet met elkaar. Het laat zien voor welke lastige afwegingen de provincie en de terreinbeheerders staan. Martijn van Schaik van PWN. “Wij en andere terreinbeheerders nemen mensen die dat willen daarom mee onze gebieden in en leggen uit wat we doen”, vertelt de coördinerend projectmanager natuur en beleving. Het lastige bij veel herstelprojecten is dat het een tijdje duurt voor het resultaat zichtbaar is, weet hij. “Maar nu we de typische duingraslanden en duinheide weer terug zien komen, horen we van veel mensen dat ze er blij om zijn dat ze het open duinlandschap weer ervaren.”
Van recreatie en ontspanning tot gezondheid en voedsel: zorgen wij voor de natuur, dan zorgt de natuur voor ons. Dat is ook de insteek van het programma Natuur: De komende jaren richt de aanpak van het programma zich dan ook steeds meer op het natuurlijke systeem. “Het mooie is dat we dat systeem steeds beter snappen”, besluit Peter. “Het is vooral een kwestie van ruimte en aandacht geven.’’
